Door: Barbara van Baarsel (Buro Barcode)
In deze portrettenreeks spreken we met mensen uit de bouwsector. We zijn in gesprek met brancheverenigingen, bouwbedrijven, ingenieurs, bestuurders, vastgoedexperts, oudgedienden en jonge honden, om te zien hoe onze sterke sector zich staande houdt in dit corona-tijdperk. Om te leren van elkaars insights en visies. Ter verbroedering en inspiratie. De geïnterviewde geeft met een prangende vraag het woord aan de volgende. Zo houden we deze ‘kettingbrief’ levend en relevant.
Bert Halm, Bestuursvoorzitter bij woningcorporatie Eigen Haard, stelt zijn vraag aan Maarten van Poelgeest, voorzitter van het uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord: “Als je weer wethouder zou zijn, zou je dan de gasnetten in de komende vijf tot tien weghalen of juist niet? En: welke rol heeft ons gasnet in de energietransitie?”
“Ik ga ervanuit dat de vraag niet letterlijk bedoeld is. Er zijn namelijk veel gasnetten die in de grond blijven liggen en niet letterlijk weggehaald worden; het zou veel kost kosten ze te verwijderen en wellicht zijn ze in de toekomst nog nuttig. De kern van de vraag is volgens mij wat de functie van gas in de transitie is. Met de transitie zijn we de komende dertig jaar bezig, het is immers een hele grote opgave om de gehele gebouwde omgeving fossielvrij te krijgen: zeven miljoen woningen en één miljoen utiliteitsgebouwen. Immens veel. Het is daarom belangrijk dat we er nú mee beginnen, want 2050 klinkt ver weg, maar is het niet. Zeker wanneer je je realiseert dat er jaren komen waarin we per jaar 300.000 woningen fossielvrij moeten krijgen. De gebouwde omgeving is heel divers en dat maakt de aanpak in gebieden, wijken en woningtypen heel verschillend. Zo zullen er ook wijken zijn waar de woningen de komende 15 jaar nog gewoon aan het gas blijven, terwijl andere wijken al afgekoppeld worden. De komende 30 jaar zal gas steeds minder gaan betekenen, maar dat gaat geleidelijk. ”
“Afgelopen zomer heb ik gereflecteerd op het Klimaatakkoord. Op steeds meer plekken gaan partijen in de praktijk aan de slag, dan zie je dat het soms net anders is in de uitvoering dan hoe we het – anderhalf jaar geleden – in het akkoord hebben besproken.
Zo is bij het sluiten ervan op macroniveau een grote rekensom uitgevoerd door het PBL om te zien of het inderdaad haalbaar was om tot 2030 anderhalf miljoen woningen van het gasnet af te halen. In zo’n berekening worden veronderstellingen gedaan, ook financiële. De rekensom wees uit dat het mogelijk was, maar inmiddels blijkt de praktijk weerbarstiger. Het gaat minder snel. Veel zaken in de randvoorwaardelijke sfeer moeten eerst geregeld worden. Maar ook een wijkaanpak is zo eenvoudig nog niet; allerlei type woningen staan door elkaar heen, dus het is een illusie dat je in de praktijk kan orkestreren alleen de woningen met de kleinste rendabels eerst van het gas gaan. Reden genoeg om nog eens opnieuw naar de plannen te kijken en ze verder aan te scherpen.”
“Ik ben ervan overtuigd dat er drie verschillende transitiepaden zijn, die we parallel aan elkaar moeten bewandelen:
“Hoewel het per plek verschilt, denk ik dat het verstandig is om gewoon te beginnen, ervaringen op te doen. Het is het meest ingewikkeld om een methode te vinden die het goed doet, en waarmee we schaal kunnen maken. Dat wordt de grootste opgave! We zullen moeten differentiëren op verschillende plekken met verschillende aanpakken, zowel technisch, cultureel (de ene wijk is de andere niet) en financieel. Daarna moeten we het schaalbaar maken. Dat is een technische uitdaging, terwijl ontzorgen van mensen cruciaal is. Dat betekent een betere samenwerking tussen bijvoorbeeld aannemers, installateurs, banken en netwerkbedrijven. Een bewoner wordt natuurlijk gek als hij zelf alles moet organiseren, dat kunnen veel mensen niet overzien. Het is de kunst voor de bouwwereld om te ontzorgen en de zaken simpel te maken. Een grote opdracht voor de sector want verschillende expertises (ingenieurs, bouwers, installateurs) zullen samen moeten werken en met elkaar naar de bewoners stappen!”
“We zullen wel moeten. Alles wat we de komende tien jaar niet doen, schuift op. We willen niet in een situatie terecht komen waarin straten in onze steden en dorpen permanent open liggen. Tegelijk, we zitten nu in de fase waarin we proberen en leren. Niet alleen technisch, maar ook in de samenwerking met bewoners. Daarbij zijn we nog niet zover dat we grote aantallen maken. Dat is nog niet erg, laten we eerst de komende twee, drie jaar nog ervaring opdoen en dan vaart en aantallen maken.”
“Eén van de belangrijkste instrumenten die ik als voorzitter tot mij heb is het organiseren van de overleggen, zodat partijen onderling afspraken maken. Corona maakt het in die zin niet makkelijk. Het maken en afstemmen van afspraken gaat wel goed en werkt zelfs efficiënter met de digitale meetings, maar brainstormen of zaken uitdiscussiëren gaan moeizamer met 25 clubs en zo’n 45 betrokkenen. Het vraagt nogal wat om deze relatief grote groep betrokken te houden; het opdelen in 8 subgroepen is daarvoor één van de oplossingen.”
“Ik vind het knap dat in de bouw goed wordt doorgewerkt en gebouwd. Toch moet er in het crisisplan meer aandacht komen voor het aanpakken van de bestaande woningvoorraad en het verduurzamen daarvan. Behalve goed voor het klimaat is dat ook goed voor de werkgelegenheid. Aanpak van de bestaande bouw is zeer arbeidsintensief. We hebbend dat echt nodig de komende jaren!”
“Met mij gaat het goed: ik wandel veel, tussen de overleggen door. Ik vind het geen inspirerende tijd, het wordt steeds saaier. De ontmoetingen en gesprekken begin ik inmiddels ook te missen. Welk boek ik nu lees? ‘Te laat’, van Vera Spaans, een aanrader!”
“Meer focus op verduurzaming van de bestaande voorraad en het daarin zo gemakkelijk mogelijk maken voor mensen. Dat betekent voor bedrijven in de sector dat ze de diepte in moeten voor hun propositie, hun mindset en samenwerkingsmodellen. Het kan alleen slagen als iedereen samenwerkt en in contact staat met bewoners. Daar moeten we ons niet op verkijken.”
“Communicatie. Het is nu heel anders dan in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Dat was de tijd van de wederopbouw en vooral ook van een gehoorzame overzichtelijke en verzuilde samenleving. Gas werd gezien als de vooruitgang, als het goud uit Groningen en dat werd in korte tijd uitgerold door het hele land – of je nu voor of tegen was. Dat kunnen we ons nu niet meer voorstellen omdat we een ander type samenleving hebben. Communicatie is nu heel belangrijk geworden. Dus die pijler mag, nee moet, meer aandacht krijgen.”
079-3252425
Zilverstraat 69
2718 RP Zoetermeer
Postbus 942
2700 AX Zoetermeer
Bewuste Bouwers staan voor omgevingsmanagement, maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid en veiligheid op en rond de bouwplaats. Lees meer